een betaalbaar pensioen
Keuze voor een betaalbaar pensioen
‘Pensioen’ is een netelig probleem : het roept tegenstellingen op tussen generaties, het schept problemen voor de betaalbaarheid, het is ook een zorgprobleem: een groeiende mate van afhankelijkheid, een afnemende mate van beschikbaarheid voor economische prestaties.
Dit kan structureel worden aangepakt.
(dit is een persoonlijke visie, maar combineert een aantal voorstellen uit het impulsdebat. het bevat voorstellen om te 'besparen' maar past ook in een visie die pleit om overheidsinspanningen en bedrijfsinspanningen afzonderlijk te evalueren, op efficientie en op hoogte. dit moet vergelijkingen mogelijk maken, waardoor ook consument en ondernemingen hun verantwoordelijkheden kunnen opnemen.)
Er is een visie nodig die over de generaties heen opteert voor activering waar mogelijk, een imputatie van de kosten waar het kan, een solidariteit waar die bestaat… een visie die de levensloop repecteert en de lasten ervan ook verdeelt, over de economische activiteit (niet noodzakelijk alleen loonlast) en de fiscaliteit (deels ook op basis van solidariteitsbijdragenbv. op arbeid)
De levensloop.
We stellen vast dat de ‘economisch beteren’ ook een hogere levensverwachting hebben, en dus ook een langere duur pensioenlast.
We stellen ook vast dat de gepensioneerden rechtstreeks en onrechtstreeks relatief veel bijdragen tot de privéconsumptie (beroepskosten of investeringen bv. Bouwen dienen niet meegerekend). Ze hebben vaak meer dan 100% van hun inkomen nodig en dragen bij in tewerkstelling, directe en indirecte belasting, financiering… Het moet dan ook mogelijk zijn om een redelijk basisinkomen te financieren, op basis van de bijdrage eigen leeftijdscategerie … Langer leven is dan ook geen maatschappelijk onoverkomelijke last: ook qua gezondheidszorg is de langere gezonde levensduur kompenseert deels ook iets hogere (netto) kosten op het einde van het leven.
Wat nu de inkomstendeel betreft die uit de actieve loopbaan moeten komen, is een grotere afhankelijkheid van bancaire financiering een bedreiging voor de aanpassing aan kosten van index en groei, dus ook van het vermogen om vanuit eigen leeftijdsgroep tot dat basisinkomen bij te dragen.
Bij 3% groei en een rente die alleen inflatie compenseert bv. en bij de actuele levensverwachting en zonder ‘solidariteit’ (wie voortijdig overlijdt financiert overlevenden ) levert retributie 4x meer inkomen dan wat kapitalisatie opbrengt (zonder fiscale tussenkomsten) .
Deels ‘basisinkomen’ kan ook bijdragen tot die deelname in inflatie en groei. Maar een inhouding op loon voor pensioenretributie blijft wenselijk . Die kan deels gaan naar extra basisinkomen… zodat de armoedegrens kan worden bereikt. Voor het overige kan ze motiverend werken voor contractuele arbeid: opbouw van inkomenszekerheid.
Het deel boven de armoedegrens kan dan wel evenredig met de bijdragen, maar moet rekening houden met de levensverwachting die bij hogere inkomens beduidend hoger ligt. Het basisinkomen is natuurlijk niet evenredig met de inkomsten uit het verleden, waardoor het asociale effect van hoger loopbaaninkomen is hoger pensioen enigszins wordt teruggeschroefd.
Dit zou dan leiden tot een beter minimumpensioen, maar ook motiveren om pensioenrechten op te bouwen. In vergelijking met privé kapitaliatie/verzekeringscontracten heeft dat een veel beter rendement. Bovendien is de fiscale bevoordeling van die commerciele pensioenproducten in die context niet te verantwoorden: het komt alleen de financiele instellingen ten goede, en is ronduit schadelijk voor fiscale inkomsten nu en in de toekomst...
Ook de hogere overheidspensioenen kunnen aangepast worden aan de per inkomenscatercategorie te verwachten pensioenjaren. De overheid kon en kan wellicht iets goedkoper aanwerven, door uitzicht op royale pensioenen. Maar dit voordeel dient wellicht aangepast aan de inkomensniveaugebonden pensioenjarenverwachting…
Indien men het aantal pensioenjaren per inkomenscategorie nu 20% tot 40% hoger inschat, zou men mijns inziens, terecht het deel boven het bestaansminimum mogen verminderen zonder afbreuk te doen aan het vooruitzicht op een goed overheidspensioen. De netto- jaarlast voor de overheidspensioenen zou op die manier met 10% kunnen worden verminderd.
Individuele Pensioenrechten erkennen…
De pensioenrechten zouden wel virtueel ‘gekapitaliseerd’ kunnen worden. Daarmee bedoel ik dan dat er individueel trekkingsrechten op de retributie moeten worden erkend: dit lost mijns inzien het intergenerationeel probleem op: ‘iedereen spaart voor zijn eigen pensioen’ . Nu bestaat de indruk dat de jongere generatie moet ‘opdraaien’ voor de pensioenen van de ouderen. Het besef moet groeien dat ze ook aan de beurt komen,endaarop kunne vertrowen. De gunstige gevolgen voor het maatschappijmodel van dergelijke ‘kapitalisatie’ die tegelijk ‘retributie’ is moet worden erkend…
Die trekkingsrechten zouden kunnen de vorm aannemen van een echte ‘sociale munt’ en ze zouden ook kunnen aangewend worden in sociaal overleg…om groepsbelangen of individuele noden in functie van carriereplanning of financieel op te vangen, in overleg met de sociale partners…
Gelijke kansen op arbeid , ook voor de hogere leeftijdscategorieen spelen ook een belangrijke rol: de keuze tussen de actieve loopbaan naar niet-actieve periodes of pensioen is ook een belangrijke factor waarbij ook eigen keuzes kansen moeten krijgen. Een persoonlijk ‘rugzak’ van ‘sociale munteenheden’ kan ook daarbij een positieve rol spelen…